Openingstekst
God straalt licht en warmte uit, maar deze liefde vernietigt niet.
Waar we God binnenlaten, stralen we ook licht en warmte uit.
Dit is goed om te weten in de winter!
Het leven kan koud en donker zijn. Het kan je neerhalen. Maar God wil ons verwarmen en verlichten. Laat je je aansteken door zijn vuur van liefde. Ieder die je tegenkomt, zal je daarvoor dankbaar zijn.
Lezing
Een wijze soefimeester zei:
‘Woorden kunnen genezen.’
Op een dag kwam er een man bij hem die hem vroeg: “Geloof je echt dat woorden de kracht hebben om te genezen?”
De wijze man antwoordde – zeer tegen de soefi-gewoonte in – met een botte wedervraag: “Wie bent u om zo’n domme vraag te stellen?”
De man was beledigd en zei: “Hoe kan er een soefi zo grof zijn?”
De meester zei: “Als grove woorden u zo’n pijn kunnen doen, waarom twijfelt u er dan aan dat er ook woorden zijn die kunnen genezen?”
Mensen zeggen wel eens: “’t Zijn maar woorden”, alsof woorden weinig waarde hebben, niets kunnen, niets vermogen. Maar woorden kunnen als messen zijn en kunnen diepe wonden slaan. Ze kunnen als gif zijn en sluimerend hun vernietigende werk doen. Ze kunnen als bloemen zijn en iemand opvrolijken.
Ze kunnen iemand vleugels geven maar ook verpletteren.
Ze kunnen iemand doen groeien maar ook klein maken.
Ze kunnen iemand blij maken maar ook verdrietig.
Voor onszelf weten we maar al te goed welke woorden we het liefst horen.
Het zouden wel eens dezelfde woorden kunnen zijn, waar een ander ook van houdt,
Waar een ander ook beter van wordt.
Wat belet ons die woorden uit te spreken
die mensen doen groeien,
die ze vleugels geven,
die hen gelukkig maken,
die hen genezen
of minstens minder ziek maken?
(Tekst van Chantal Leterme)
Evangelie
Geachte Theofilus,
Ik schrijf dit boek voor u.
Zo kunt u zelf lezen dat het waar is wat u verteld hebt.
Het boek gaat over Jezus, en over alles wat er met hem gebeurd is. We kennen de verhalen dankzij de mensen die erbij waren. Zij hebben het goede nieuws doorverteld. Ik heb besloten om alle gebeurtenissen op te schrijven. Er zijn al eerder boeken geschreven over Jezus, maar ik heb alles precies uitgezocht.
En ik begin bij het begin.
De kracht van de heilige Geest was nu in Jezus, en hij ging terug naar Galilea. Daar gaf hij uitleg over God in de synagogen. Het nieuws over Jezus werd overal in de omgeving bekend, en iedereen bewonderde hem. Jezus ging ook naar Nazaret, de stad waar hij opgegroeid was.
Op Sabbat ging hij zoals altijd naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, gaf een dienaar hem het boek van de profeet Jesaja. Jezus opende het boek en zocht naar het stuk dat hij wilde voorlezen.
Hij las: “God heeft mij uitgekozen. Daarom is zijn Geest bij mij.
God heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te vertellen.
En om tegen gevangene te zeggen dat ze weer vrij zijn.
Om blinden te vertellen dat ze weer zullen zien.
En om mensen die het moeilijk hebben, te helpen.
Ik maak bekend:
Er begint een nieuwe tijd.”
Jezus legt de woorden van Jesaja uit.
Toen deed Jezus het boek dicht. Hij gaf het aan de dienaar terug en ging zitten.
Iedereen in de synagoge keek naar hem. En Jezus zei: “Wat ik jullie net voorgelezen heb, is vandaag werkelijkheid geworden.”
Slottekst
In de Arabische woestijn zat aan een oase niet ver van de stad bij valavond een oudere man.
Een reiziger, die op zoek was naar een stad om in te wonen, sprak hem aan:
“Kun jij me vertellen wat voor mensen er in deze stad wonen?”
De oudere man antwoordde met een vraag voor de reiziger: “Wat voor mensen woonden er in de stad waar je vandaan komt?”
“Afschuwelijke mensen”, antwoordde de reiziger.
“Ze liegen en stelen. Het zijn egoïsten! Ik ben blij dat ik daar eindelijk vertrokken ben.”
“Hier zijn de mensen juist hetzelfde”, antwoordde de oudere man.
Niet veel later naderde een tweede reiziger, die de oudere man dezelfde vraag stelde:
“Ik ben hier nieuw. Wat voor mensen wonen er in deze stad?”
Weer antwoordde de oudere man: “Vertel me eens, jongeman, hoe waren de mensen in de stad waar je vandaan komt?”
De tweede reiziger zie: “Dat waren fijne, gezellige en vriendelijke mensen. Ze lachten veel en zorgden goed voor elkaar. Ik had daar veel vrienden en was steeds welkom. Ik vind het echt jammer dat ik er niet kon blijven.”
“De mensen in deze stad zijn precies hetzelfde!”, zei de oude man.
De tweede reiziger reageerde opgelucht op dit goede nieuws en vertrok om voor het vallen van de nacht nog een slaapplaats te vinden in de stad.
Een koopman die net zijn kamelen liet drinken bij de oase, had beide gesprekken aandachtig aangehoord.
Toen de tweede reiziger vertrok, richtte hij zich tot de oudere man:
“Hoe kun jij nu twee zo verschillende antwoorden geven op één en dezelfde vraag? Dat is toch niet eerlijk!”
De oudere man bleef rustig en antwoordde: “Toch waren mijn beide antwoorden correct. De mensen dragen hun wereld bij zich.
Wie elders niets goed gevonden heeft, zal hier ook niets goed vinden.
Mensen behandelen je zoals jij dat verwacht.
Wie gelooft in de mensen en in hen het goede ziet, zal ook zo door hen behandeld worden.”
(Uit ‘Vlieg Icarus. Vlieg!’ van Hans Jacobs)
Liederen
-
- Introfilmpje – Why I matter – Woorden die raken (KLJ)
-
- Drempellied (Neem mij aan)
-
- Lied van de samenkomst
-
- Here I am lord
- Hymne jubeljaar pelgrim van hoop
-
- Love shine a light
Luisterlied:


